Juridisch advies voor ondernemers en organisaties
Wij helpen u om grip te krijgen op uw juridische zaken, zodat u meer tijd en rust ervaart en focus houdt op uw core-business.

Meer informatie

Boete bij koop woonhuis wordt niet snel gematigd

Wie een huis koopt krijgt vaak te maken met een boetebeding: worden de afspraken uit de koopovereenkomst niet nagekomen, dan moet een forse boete worden betaald. De vrouw in deze zaak was de klos.

Een echtpaar verkoopt hun woning aan een vrouw. In de ondertekende koopovereenkomst staat de koopprijs (€ 795.000), de datum van de akte van levering en dat de vrouw enkele maanden daarvoor een waarborgsom (10% van de koopprijs) zal storten bij de notaris. Komt een van de partijen de overeenkomst niet na, dan kan de andere partij de overeenkomst ontbinden, en moet de nalatige partij een boete betalen van 10% van de koopsom. De levering van de woning gaat niet door omdat de vrouw de waarborgsom niet heeft gestort. Het echtpaar ontbindt de koopovereenkomst en maakt aanspraak op de boete. Als dit niet vrijwillig wordt betaald, stapt het echtpaar naar de rechtbank Overijssel.

Bedoeling

Volgens de rechtbank bevat de koopovereenkomst concrete, op koop en verkoop gerichte verklaringen. Dit levert dwingend bewijs op dat wat daarin is vastgelegd als waarheid geldt. Maar de vrouw vindt dat de overeenkomst niet de bedoeling van partijen weergeeft. De makelaar van de verkopers had kennelijk – aldus de vrouw – gesteld dat de overeenkomst alleen de intentie vastlegt om over de koop te onderhandelen. Later zegt zij dat de makelaar haar heeft bevestigd – toen zij haar zorgen uitte over het verkrijgen van financiering – dat ze zich niet druk hoefde te maken, waarna ze de overeenkomst heeft getekend. Uit dit laatste blijkt, zo stelt de rechtbank, dat het wel degelijk de bedoeling van de vrouw was de woning te kopen, omdat ‘alles goed zou komen’. Toch vindt de vrouw dat zij de boete niet hoeft te betalen. Dat zij de overeenkomst niet is nagekomen, kan haar niet worden toegerekend, vindt zij zelf. Het is aan de trage handelwijze van het echtpaar te wijten dat haar financier is afgehaakt, aldus de vrouw. Maar daarvoor levert zij geen bewijs.

Geen matiging

Nu de vrouw niet onder de boete uitkomt, vraagt zij de rechtbank de boete te matigen. Uit eerdere rechtspraak volgt dat dit alleen kan als de toepassing van een boetebeding tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. De rechter moeten daarbij letten op de verhouding tussen de werkelijke schade die het echtpaar heeft geleden en de hoogte van de boete, op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het boetebeding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen. Alles afwegende ziet de rechtbank geen aanleiding de boete te matigen. Het enkele feit dat de werkelijke schade lager is dan het boetebedrag betekent niet dat toepassing van een boetebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is of tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. De vrouw is de pineut: ze moet de volledige boete betalen, en ook nog eens de proceskosten (€ 4.066).

ECLI:NL:RBOVE:2025:3938

Bron:Rechtbank Overijssel| jurisprudentie| ECLI:NL:RBOVE:2025:3938 C/08/325987 / HA ZA 24-477| 17-06-2025
Deel dit verhaal:

Vraag nu een legal scan aan van uw zaak.

Voor al uw juridische zaken.

Vraag nu een scan aan
Stuur bericht
1
Advies nodig?
Heeft u vragen over juridische zaken? Dan kunt u ons ook Whatsappen.