Juridisch advies voor ondernemers en organisaties
Wij helpen u om grip te krijgen op uw juridische zaken, zodat u meer tijd en rust ervaart en focus houdt op uw core-business.

Meer informatie

Winkelpand mag niet worden omgezet naar woning

De eigenaar van een winkelpand vraagt een omgevingsvergunning aan voor het tijdelijk verbouwen van haar winkel naar een woning, in afwijking van het bestemmingsplan. Die vergunning is terecht geweigerd, zo beslist de rechtbank Midden-Nederland. Hoewel het beleid van de gemeente is om een fors aantal huizen bij te bouwen, mag het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning weigeren wanneer het belang van de aanvrager in strijd is met goede ruimtelijke ordening. 

De vrouw, die eigenaar is van een winkelpand op de begane grond, wil graag in het pand gaan wonen. Ze vraagt een omgevingsvergunning aan voor het tijdelijk verbouwen van de winkel naar een woning voor een periode van 10 jaar, in afwijking van het bestemmingsplan. Daarin staat namelijk dat afwijken van de planregels om een woning op de begane grond toe te staan niet kan. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente weigert de vergunning te verlenen, waarop de vrouw in bezwaar gaat. Wanneer ze ook dan bakzeil haalt, gaat ze in beroep bij de rechtbank Midden-Nederland.

Algemeen beleid

De weigering om de omgevingsvergunning te verlenen is in strijd met het beleid van de gemeente, zo stelt de vrouw in de beroepsprocedure. In de woonvisie van de gemeente staat namelijk dat er een fors aantal woningen bijgebouwd moet worden door onder meer (gebieds-)transformatie. Het weigeren van de vergunning botst met dit beleid en is daardoor in strijd met artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, aldus de vrouw.

De rechtbank vindt niet dat het college in strijd met het beleid handelde door de omgevingsvergunning te weigeren. Een woonvisie betreft algemeen beleid op het gebied van wonen, zo stelt de rechtbank, en geen inkadering van de discretionaire bevoegdheid van het college om af te wijken van het bestemmingsplan. Dit algemene beleid leidt er niet toe dat het college de aanvraag van de vrouw om af te wijken van het bestemmingsplan positief had moeten beoordelen. Bij het toetsen van die aanvraag moet wel nog een afweging plaatsvinden of het tijdelijk omzetten van het winkelpand naar woonruimte ruimtelijk aanvaardbaar is. Die afweging heeft het college gemaakt.

Doelmatig gebruik

De vrouw voert verder nog aan dat het college ten onrechte geen gebruik heeft gemaakt van de in het bestemmingsplan geboden mogelijkheid om een vrijstelling te verlenen. Hierdoor zou zij worden beperkt in het meest doelmatige gebruik van haar pand. Hoewel het college een vrijstelling kan verlenen wanneer een verbod uit het bestemmingsplan leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik, ligt het volgens de rechtbank echter op de weg van de vrouw om aan te tonen dat in dit geval wonen het meest doelmatige gebruik is. Ook moet zij aantonen dat dit gebruik beperkt wordt door de weigering van het college om een omgevingsvergunning te verlenen. Dat heeft de vrouw niet gedaan.

Woonkwaliteit

In het bestreden besluit handhaaft het college de weigeringsgrond dat met het plan van de vrouw onvoldoende woonkwaliteit wordt gewaarborgd. Volgens de eigenares heeft het college met de weigering om de vergunning te verlenen ten onrechte aanvullende eisen gesteld aan wat er al in het Bouwbesluit is geregeld. Dat ziet de rechtbank anders. Het college heeft zich volgens de rechtbank op het standpunt mogen stellen dat er, gelet op de combinatie van factoren, geen sprake is van een goede ruimtelijke ordening bij het tijdelijk omzetten van het winkelpand naar een woning. Het feit dat een aantal van deze factoren ook in het Bouwbesluit is geregeld, betekent volgens de rechtbank niet dat het college deze ruimtelijke belangen niet mocht meenemen in de afweging om wel of niet af te wijken van het bestemmingsplan. Het college heeft goed gemotiveerd waarom zij het belang van een goede woon- en leefomgeving zwaarder heeft laten wegen dan het financiële belang van de vrouw, aldus de rechtbank. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

ECLI:NL:RBMNE:2021:2491

Bron:Rechtbank Midden-Nederland| jurisprudentie| ECLI:NL:RBMNE:2021:2491 21/406| 10-06-2021
Deel dit verhaal:

Vraag nu een legal scan aan van uw zaak.

Voor al uw juridische zaken.

Vraag nu een scan aan
Stuur bericht
1
Advies nodig?
Heeft u vragen over juridische zaken? Dan kunt u ons ook Whatsappen.