
Wie berust in vonnis en toch in beroep gaat, is niet-ontvankelijk
Als een rechtbank vonnis heeft gewezen, legt de verliezende partij zich daarbij neer en laat weten niet in hoger beroep te gaan. Wat gebeurt er als deze partij later toch besluit door te procederen?
Na de aankoop en levering van een woning begint een echtpaar een zaak bij de rechtbank. Achteraf gezien hadden ze te veel betaald, vinden ze, en vorderen van de verkoper € 51.000. De rechtbank wijst dit af en het echtpaar berust in dat vonnis. Per telefoon en e-mail verklaart het echtpaar uitdrukkelijk te willen afzien van hoger beroep. Desondanks procedeert het stel door: hun eerdere verklaring zou niet meer zijn dan een ‘aanbod tot berusting’. Reden voor dit aanbod was dat de rechtsbijstandsverzekeraar van het echtpaar in eerste instantie geen dekking zou verlenen voor het hoger beroep, zodat doorprocederen te duur zou worden. Toen later bleek dat de verzekeraar de procedure toch zou vergoeden, gingen ze alsnog appelleren.
Berusting
In het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat dat de partij die in een vonnis heeft berust, niet-ontvankelijk is als het toch zelf hoger beroep instelt. Berusting betekent: als een partij ondubbelzinnig aan de wederpartij verklaart om zich bij een rechterlijke uitspraak neer te leggen, en dus afstand doet van het recht om daartegen een rechtsmiddel in te stellen. Berusting mag echter niet te snel worden aangenomen, gelet op de ingrijpende rechtsgevolgen daarvan.
Ondubbelzinnig
In deze zaak had de advocaat van het echtpaar aan de verkoper gemaild dat zijn ‘cliënten afzien van de hoger beroep-procedure’ en ‘berusten in het vonnis’. Daaruit blijkt volgens het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden – waar het echtpaar beroep aantekende – ondubbelzinnig van de wil om zich neer te leggen bij het vonnis van de rechtbank. Bovendien had het echtpaar een formulier aangeleverd met het verzoek om de zaak in te trekken. Daaruit blijkt niet dat de berusting afhankelijk was van een nader besluit van de rechtsbijstandsverzekeraar over de procesfinanciering. Dat de verzekeraar daags na de intrekking haar standpunt over de dekking van het hoger beroep wijzigde en het echtpaar daardoor wél wilde doorprocederen, kan de verkoper niet worden tegengeworpen.
Niet-ontvankelijk
De situatie zou anders kunnen zijn als de berustende partij als gevolg van het beroep van de wederpartij (de verkoper) wordt gedwongen deel te nemen aan en kosten te maken voor een procedure die zij juist met die berusting beoogde te voorkomen. Maar hier is het net omgekeerd: het echtpaar wil zelf als berustende partij in hoger beroep doorprocederen. In dat geval mag de verkoper het echtpaar aan de berusting houden – ook nu de verkoper slechts voor korte duur in de veronderstelling verkeerde dat het echtpaar had berust in het vonnis. Het echtpaar wordt niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep en moet de kosten van deze procedure betalen.